Karin Bloemen

Eigen baas

Als je voor een baas werkt en je moet dingen doen waar je niet achter staat, kun je daar gek van worden. Ik heb al een jeugd gehad die daarop leek, dus heb ik al vroeg bedacht dat ik het als volwassene anders zou aanpakken. Dat is dan het ´voordeel´ van een traumatische jeugd; als je eenmaal uit die gevangenis bent, wil je daar nooit meer in terecht komen. Ik laat niet iemand anders bepalen wie ik ben en wat ik mag, wat ik mag zeggen en wat ik mag denken en voelen. Ik ben de baas over mijn eigen zijn. Dat vond ik al toen ik 15 was en dat is nooit veranderd. Toen besloot ik ´dit is klaar´. Daarom heb ik ook nooit gelogen over mijn jeugd. Als je gaat liegen conformeer je je nog steeds aan de wens van de incestpleger. Ik dacht ´jij kan de tyfus krijgen, ik ga altijd eerlijk vertellen wat jij fout hebt gedaan´. Ik was slachtoffer en tegelijkertijd overlever. Het maffe is dat door die eerlijkheid en openheid mensen eerst schrikken, maar meteen daarna het accepteren. En dan hoef je daarna nooit meer de waarheid te verbergen. Mijn zusje zei tegen iedereen “Mijn vader zit op zee”, en zij heeft er veel meer last van gehad. Ze moest jaren later uitleggen hoe het echt zat. De waarheid is makkelijk. Je kan maar 1 waarheid vertellen en er zijn ontelbaar veel leugens. En die moet je dan allemaal onthouden. Dat is super onhandig. Dus ik heb besloten om dat niet te doen en de waarheid te vertellen. Het is natuurlijk niet makkelijk, maar het is iets wat je kan besluiten voor jezelf.


Kwetsbaarheid

Je komt nog genoeg andere barrières tegen die je allemaal moet overwinnen, je kwetsbaarheid moet je laten zien. Je denkt snel dat als je je kwetsbaar opstelt je juist dan gekwetst wordt, maar als je dat niet doet wordt je een ijskast, je bevriest. Ik heb ook een paar keer door mij kwetsbaar op te stellen een klap in mijn gezicht gehad, maar je voelt je sterk omdat je het zelf besloten hebt. Je hebt zelf de controle erover. En je krijgt er ook enorm veel voor terug, de openheid en kwetsbaarheid van anderen. Als die mensen deugen is het een wisselwerking tussen 2 zielen.

 

Trots

Ik ben trots op mijn ondernemerschap. Mensen denken altijd dat je trots bent op je werk. Maar voor mij is dat echt mijn wérk. Natuurlijk ben ik trots op dingen die ik doe, omdat ik ze graag goed wil doen. En ik heb daarin heel veel bereikt, in de ogen van iemand van buitenaf is dat heel bijzonder, maar voor mij is dat heel normaal als je je werk goed wilt doen. Als je je werk goed doet in dit werkveld kom je vanzelf vaak op de bühne, op tv en zien mensen je. Dat hebben mensen met ander werk niet en dat is soms lastig om daar mee te dealen. Dat is iets wat je niet leert op school, hoe je daar mee om moet gaan. Je weet helemaal niet wat het is en wat het met je doet, dat leer je pas als het je overkomt. Ik geef nu al 34 jaar les op verschillende academies en ik heb meerdere getalenteerde leerlingen meegemaakt die het toch niet aankonden. Je kan wel heel veel talent hebben, maar je moet ook met het sociale deel van  artiest zijn om kunnen gaan. En dat geldt voor veel beroepen, het houdt vaak meer in dan je op het eerste oog ziet. Als je daar dan geen rekening mee houdt, raak je op je 27e al overspannen.  

 

Grenzen aangeven

Ik heb door mijn jeugd nooit mijn grenzen leren aangeven en ben daardoor later ook nog wel een paar keer mensen tegengekomen die niet goed voor me waren. Ik stonk er zo in, ik heb moeten leren om ze te herkennen, Ik heb moeten leren hoe te reageren als ik die mensen tegen kwam. Ik heb geleerd tegen die mensen te zeggen ´met jou werk ik niet meer´. Dat proces kost tranen en stress, maar alles beter dan mensen om je heen hebben die niet goed voor je zijn. Sommige mensen varen wel bij de kwetsbaarheid van anderen en het is moeilijk die te herkennen. Je herkent ze doordat ze door willen zetten, ook al geef jij aan dat je niet wilt, dat het niet goed voor je is. Ze hebben hun eigen agenda. Zo ben ik regisseur en managers tegengekomen die ik gedag heb gezegd om die reden. 

Marnix is mijn zielsmaatje, al 27 jaar lang. En bij hem kon ik dit soort dingen checken, of mijn gevoel bij iemand klopte. Marnix is heel puur in zijn gevoel en heeft geen eigen agenda, daardoor kon ik veel sneller dit soort mensen herkennen. 

Het duurde heel lang voordat ik ´nee´ durfde te zeggen. Ik had iemand nodig die mij vroeg; waarom zeg je nou geen nee? Dat mag gewoon. En pas dan realiseerde ik me dat dat ook een optie was.

Een ander groot voorbeeld voor mij was Adelheid Roosen, iemand die heel open, puur, extravert en altijd eerlijk is. Ik ken haar vanaf mijn 25e en tot op de dag van vandaag is ze een heel waardevolle vriendin. Ik kon me heel goed aan haar spiegelen, bekijken hoe zij ergens op reageerde. Door helemaal zichzelf te zijn deed ze dingen voor die ik nooit geleerd had. 


Goed voorbeeld geven

Eigenlijk horen ouders het goede voorbeeld te geven aan hun kinderen. Hoe je voor jezelf op moet komen en hoe je je grenzen aangeeft hoort daar bij. Je kan wel iets vertellen, maar kinderen zien meer dan je denkt, ze letten op. En denken dan ´ohhh zo werkt het´. Als je met liefde, geduld, compassie, respect en vertrouwen omgaat met je kinderen is dat vele malen waardevoller dan woorden of de regels volgen. Wat ik heel leuk vind: onze dochters zijn 21 en 23 en ze hebben toen ik 60 werd een brief voorgelezen aan mij over hun jeugd. Ze vertelden er ook in dat ze nu snappen wat wij altijd hebben proberen mee te geven en dat ze het zelf toepassen in hun leven. Ze proberen met anderen om te gaan zoals wij met hen omgingen. Dat vinden ze heel waardevol en maakt ze ook gelukkig. Natuurlijk heb ik zitten janken toen ik dat hoorde. Het is het mooiste compliment dat je kan krijgen als ouders. Veel heb ik te danken aan Marnix, op hem kon ik altijd terugvallen. Ik ben zo blij dat ik mijn jeugd niet doorgegeven heb, ik heb ze echt iets beters kunnen geven. 


Ik heb het geluk gehad om langzaam bekender te worden en meer te gaan doen, daardoor had ik steeds de tijd om me aan te passen en ervan te leren. Het is geen dansje doen, liedjes zingen, dat is een heel klein deel van het vak. Je moet het echt zien als een business en je moet je leren verhouden tot de toeschouwer. Als het goed gaat, word je een bedrijf en worden er meer mensen afhankelijk van je. Dat is een heel ander verhaal dan ergens een liedje mooi kunnen zingen. Ik weet ook dat iedereen in dit vak, als je er maar lang genoeg in zit, belazerd is. Je komt altijd wel eens een manager tegen met grote beloftes en dat je na 3 jaar denkt ´die beloftes zijn niet uitgekomen en ik heb geen geld meer over´. Daar leer je dan van dat je altijd zakelijk moet blijven, ook als je iets heel graag wilt bereiken.


Tegen mijn leerlingen zeg ik dat ze op moeten passen waar ze ´ja´ op zeggen en dat ze lid moeten worden van de kunstenaarsbond. Je moet nakijken waar je recht op hebt als je gaat werken voor iemand. Ik laat ze uitzoeken wat een minimumloon inhoudt en wat het kost om te leven. Ze moeten weten dat je belasting moet betalen en daar geld voor aan de kant moet zetten. Net als voor je pensioen. En ze moeten niet denken dat ze bij de eerste klus die goed betaalt binnen zijn. Je weet nooit wat volgend jaar brengt. Je moet denken over een langere periode, geld aan de kant zetten en zo zakelijk mogelijk zijn in je werk. Een klein talent kan groot worden als je bereid bent keihard te werken. 


Ik ben er heel trots op dat toen ik 29 was ik me realiseerde dat ik ook het heft in eigen handen kon nemen en zelf alles kon regelen. Wij gingen onze eigen shows maken en dan ben je ineens ondernemer. En dat ben ik nog steeds. Je kan dan dus ook zeggen: nee, we gaan geen 80 euro vragen voor een kaartje, dat vind ik te veel. Ik wil het zelf bepalen, in eigen handen houden. Dat geeft heel veel voldoening. Nadeel is dat ik wel al het risico draag en daar rekening mee moet houden. Als een theatershow mislukt ben ik de klos. 

Nu is het fijn, maar ik heb de eerste 5 jaar al eerst al mijn mensen betaald en mezelf dus niets. Pas toen ik langer succes begon te krijgen begon ik er zelf aan te verdienen. Maar dat duurde echt heel lang. 

Mijn eerste manager had nogal megalomane ideeën en er had 2 ton uit de shows moeten komen, maar er was geen geld over op het eind. Maar ik heb altijd gedacht; ik heb 2 gezonde handen en benen en ik kan denken, dus dan kan ik ook werken, geld maken en dat geld stoppen in mijn bedrijf. Tijdens de vorige recessie is mijn bedrijf geflopt, ik had 5 man in dienst. Maar ik ben altijd netjes omgegaan met de mensen om mij heen. Als je respect hebt voor de mensen met wie je werkt, dan hou je het ook heel lang vol. Ik heb altijd geprobeerd iedereen netjes te betalen, ook als het voor mij niet goed ging. 


En het is financieel soms niet heel handig, maar ik hou er ook van mensen soms even te verwennen. Je bindt zo ook mensen aan je. Dat is een tip voor jonge mensen: wees gul en respectvol met de mensen waarmee je werkt. Je moet mensen het gevoel geven dat ze welkom en waardevol zijn. En uit die waardering ook in salariëring. Je hebt heel snel het gevoel dat alles draait om jou, maar je doet het nooit alleen. Ik kan heel goed op het podium gaan staan, maar als er geen goede geluids- en lichtmensen, geen goed productieteam en geen waanzinnige muzikanten achter me staan, dan ben ik niets. Je bent nooit alleen, je bent een team. In voetbal krijgt de spits het grootste applaus, maar zonder de rest van het elftal kan hij geen doelpunt scoren. Als je je dat realiseert, voorkom je dat je hoog van je toren naar beneden zit te blazen. 


Natuurlijk moet je wel mensen aansturen, beslissingen nemen. Jouw handtekening staat onder het contract met de bank. Maar daar kun je hen niet verantwoordelijk voor houden. En als ik een nummer wil spelen en een van mijn bandleden zegt ´gatver wat een vreselijk nummer´, dan spelen we hem niet. Je bent zo sterk als je zwakste schakel. In een show moet het dus niet zo zijn dat we onderuit zakken omdat een bandlid het een afschuwelijk nummer vindt en er geen zin meer in heeft. Je moet zorgen dat het voor iedereen te gek is om te doen, hetzelfde doel voor ogen hebben. 


Marnix

Het leukste ingrediënt van een goede relatie is sex. Adelheid Roosen (link: https://femaleeconomy.nl/organisatie/statement/  leerde me dat je leeft vanuit je driehoek; je hart, je hoofd en je kruis. Dat vond ik heel mooi, je wil graag een balans hebben tussen die 3. Soms moet je beredeneren wat je wilt, soms moet je voelen wat je wilt en soms gebruik je je instinct. En je instinct is soms ook een seksuele kracht. Dat was bij mij een dingetje omdat dat gecorrumpeerd was. Ik ontdekte dat mijn seksualiteit van mij was, ik bepaalde wat fijn was en dat een ´nee´ oké was. Als je daar samen met je partner uit kan komen, kun je samen verder groeien. Als we het even zwaar hebben, dan kunnen we altijd nog fijn vrijen, je deelt een intimiteit die je met niemand anders deelt. En die intimiteit maakt ´ons´ uniek. 

Er zijn 3 entiteiten in een relatie; ik, hij en wij. En die verdienen alle drie aandacht, zijn even waardevol. Ik heb mijn eigen vriendinnen, die zijn helemaal van mij. Daarnaast hebben we ook gezamenlijke vrienden. En die koester ik net zo. Je moet van elkaar respecteren dat je los van elkaar een leven hebt. We gaan met veel respect, eerbied en liefde met de 3 entiteiten om. En humor is enorm belangrijk, als je niet meer samen kan lachen dan is er wat mis. Duidelijke afspraken werken ook. We hebben vaste taken thuis. Hij kookt en ik doe de was bijvoorbeeld. Zo hoef je niet iedere keer de discussie aan te gaan wie wat doet. Je hoort weleens van vrouwen die zeggen dat ze zitten te wachten en te wachten tot hun man iets doet en daarna klagen als hij het weer niet uit zichzelf gedaan heeft. Dat vind ik echt onzinnige ruzies, als je afspraken maakt voorkom je die.  Hetzelfde geldt voor een seksuele relatie. Je kan niet verwachten dat iemand helderziend is, je moet elkaar vertellen wat je leuk vindt en lekker en dan wordt de sex alleen maar fijner. Neem je verantwoordelijkheid ook in die relatie, blijf gelijkwaardig. Als iemand zegt ´ik heb nooit zin´, dan doe je iets niet goed. Ga dan op les! En soms moet je zin maken. Als je sex hebt, neem je ook de tijd voor elkaar. Mensen hebben soms een romantisch idee dat alles vanzelf moet gaan, maar een goede langdurige relatie is altijd hard werken. Veel praten en overleggen. En uiteindelijk is dat het allemaal waard. 


Wij mensen hebben elkaar nodig, je hebt contact nodig. Om je te spiegelen, om je te begeleiden in je gedachten, je te helpen bij stress. Op de bühne geef ik aandacht, liefde, humor. Ik kom in contact met het publiek en geef energie, die voel je vrijkomen, en dat is een geweldig gevoel. Als ik klaar ben en ik heb alles gegeven, ben ik heel kwetsbaar. Als dan iemand zegt dat hij het niets vindt, kan ik me dat enorm aantrekken. Maar als je echt openstaat, ben je een doorgeefluik, die energie komt ook weer naar je terug. 


Ik ben enorm trots op het feit dat ik 3 kinderen heb grootgebracht. Mijn 2 dochters Eliane en Ilona en mijn zoon Gerben. Hij is het kind van mijn zus die toen hij 6 was bij ons kwam wonen. Mijn zus is omgekomen bij een brand in haar huis samen met haar oudste zoon en pasgeboren dochter. Gerben’s vader was de stiefvader die mij misbruikt had. En dus heb ik er alles aan gedaan om hem bij mij in alle rust op te laten groeien, wat na een jarenlange rechtszaak ook gelukt is. Ik was 29 en had geen idee hoe je met een getraumatiseerd kind om moest gaan. Ik wist alleen dat ik moest zorgen dat hij op het goede pad kwam. Net als bij mijn dochters. Ze hebben alle 3 hun eigen strijd met het leven en dat doen ze goed. Ik ben enorm trots op ze, het zijn 3 hele mooie mensen die wij hebben helpen opgroeien.

Mijn ideale leven is zorgen voor mijn kinderen, werken is helemaal niet zo belangrijk. Maar ik voel me altijd verantwoordelijk voor iedereen om mij heen, ook mijn muzikanten en crew en ons publiek. Ik kan niet, zoals sommige collega´s, streng zijn voor mensen en tegen iemand zeggen dat ze weg moeten gaan. Ik wordt ook niet kwaad, dat zit niet in mij. Als ik tegen je zeg dat je op moet rotten, heb je het wel erg bont gemaakt. 


Blijf bij jezelf

Na het drama met mijn zus heb ik een burn-out gekregen. Tekstschrijven Jurrian van Dongen schreef toen voor mij de tekst van het liedje ´Lef´. 

Iedere dag heb je opnieuw de keus:

ren je door of gooi je rigoureus

je bestaan overhoop

weg de onzin, het gejaag en het gedoe

heb je het lef dan is het nooit te laat

om te beseffen dat het zo niet gaat

reik niet naar de hemel, maar haal ‘m naar je toe

Waarom zou je altijd op je tenen lopen ?

dat houdt niemand vol, geloof dat maar van mij

bal je vuisten niet, maar hou je handen open

kijk in plaats van steeds omhoog een keer opzij


Iedere keer als ik deze tekst zong, merkte ik in de zaal dat mensen het herkende, en hoorde dit ook vaak terug. Je moet lef hebben om het dicht bij jezelf te zoeken. Mensen schreven mij dat ze na het horen van dit lied zich realiseerden dat ze iets anders moesten gaan doen. Dat ze niet gelukkig werden van wat ze nu deden. Soms ben je alleen maar aan het doen wat anderen van je verwachten. En dan blijf je bijvoorbeeld in Nederland wonen, terwijl je naar Spanje wil. Soms heb je een tekst nodig van iemand anders om je te realiseren hoe je je voelt. Gooi je leven maar om als je je erin herkent. Blijf bij jezelf. Je moet niet wachten op de voorwaarden om gelukkig te worden, je moet accepteren dat het nu is wat het is. Als je wacht op die voorwaardes zit je in de wachtkamer van het geluk. ´Als ik een goede baan krijg, word ik gelukkig´. ´Als ik de juiste man vind dan ben ik gelukkig´.  ´Als ik veel geld heb, dan ben ik gelukkig´. Als, als, als….Maar als dat niet komt, wordt je dan nooit gelukkig? Dat kan toch niet waar zijn? Wat dat betreft sluit ik me bij het zenboeddhisme aan: het verleden kun je niet veranderen en op de toekomst heb je geen invloed, het ´nu´ is het enige wat er is. Dus koester wat je hebt en leef in het nu. 


Mensen vragen me of het lastig is iedere avond hetzelfde optreden te doen. Maar zo ervaar ik dat niet, iedere keer is weer anders, het is elke keer weer nieuw. Ik kan dan bijvoorbeeld 1 mevrouw in het publiek zien zitten waarvan ik denk dat ze het kan gebruiken. En dan doe ik de hele show speciaal voor haar. Als ik haar dan op het einde van de avond met rode wangen en vochtige ogen de zaal zie verlaten, kan ook mijn avond niet meer stuk. Je hebt elkaar toch even aangeraakt en we kunnen weer door, dat is heel waardevol voor mij. 

Ik doe nu een cursus oosterse filosofie en lees over het zenboeddhisme, maar mediteren doe ik niet. Marnix wel, hij heeft ervan geleerd om minder in zijn hoofd te zitten, hij kan tijdens het mediteren echt opladen. Ik heb 1 keer meegedaan en toen heb ik 14 theatershows en 16 liedjes bedacht. Ik werd er zo druk van dat ik ermee opgehouden ben. Ik mediteer niet, maar ik loop: 3 uur wandelen in het bos, dan kom ik echt tot rust. 

Voor een show heb ik weinig rituelen, wat mij wel helpt om me te concentreren is rustig te gaan zitten in de kleedkamer en mijn haar en make up te doen. Ik schilder mijn theatermasker op en voel wat er in mijn lijf gebeurt. Ik controleer technisch alles, maar ook mijn gevoel. Ik kijk naar wat er in de show beter kan en oefen daar op. Ik maak mijn hoofd leeg van andere zaken en concentreer me alleen op wat ik moet doen. Dat is voor mij dan ook een soort meditatie. In de show zelf blijf ik niet stilstaan als ik een fout maak, ik ga door. Het heeft geen zin om daar mee bezig te zijn. 


Als je uit angst leeft, dan leef je half

Het podium is voor mij de veiligste plek op de hele wereld. Ik weet dat dat voor de meeste mensen anders is, ‘spreken in het openbaar’ staat altijd in de top 5 van grootste angsten van mensen. Dat snap ik niet, ik ben niet bang op het podium. Er zijn 2 veilige plekken. 1 is het donkerste plekje in de donkerste kast in het donkerste huis en waar alles op slot zit, want daar kan niemand je zien of vinden. De andere veilige plek is midden in het licht waar iedereen je kan zien. En ik heb gekozen voor die 2e. Daarnaast is alles wat we doen afgesproken, dus er is nergens een bedreiging. Ik heb een superveilig vak, ik kan onbelemmerd zijn en daarom kan ik mij concentreren op de show. Heel maf dat andere mensen dat heel eng vinden. 


Ik ben wel bang voor de dood omdat ik niet weet wat het brengt. Ik ben bang dat ik te snel dood ga en mijn kinderen alleen op de wereld staan, ik wil hen geen verdriet doen. Ik hoop dat het nog even duurt. En ik ben bang dat mijn kinderen dood gaan, want dan heb ik zoveel verdriet dat ik niet meer kan ademen. Ik ben bang dat Marnix dood gaat. Maar deze angsten staan niet op de voorgrond. De doodsangsten die ik vroeger had waren zo heftig, dat kan nooit meer zo erg worden als toen. En dat geeft me heel veel rust. Ik heb toen alles overleefd, dus ik overleef dit ook. Misschien is dat naïef, maar het helpt wel enorm om met andere angsten om te gaan. Als je uit angst leeft, dan leef je half. Een andere manier om met angst om te gaan is te bedenken dat een moment weer voorbij gaat. Als ik een keer opzie tegen een show, dan denk ik ´schijt eraan, het wordt vanzelf weer 12 uur´. Of het nou goed gaat of niet. Tijd gaat voorbij, de wereld draait gewoon door. En wat er ook gebeurt, je gaat er niet dood aan. 

 

Alleen door dingen aan te gaan en te doen kun je angsten overwinnen. Als je je ego opzij kan zetten, het los kan laten, is dat misschien ook wel oefenen om dood te gaan. Als je sterft, kom je je eigen demonen tegen. Het beste wat je kan doen met je eigen demonen is ze uitlachen. Nou weet ik dat dit makkelijker klinkt dan het is. Maar het is niets, je angsten en preoccupaties komen uit jezelf en het beste is dan dat je ze uitlacht. Je kan wel bang zijn voor de dood, maar het gebeurt toch. Net zoals het vanzelf 12 uur wordt, gaat dit ook gebeuren. 


Schrijf het van je af

Het begon met het boek van Arthur Japin ‘Maar buiten is het feest’ wat gebaseerd is op mijn levensverhaal. Mijn incestverleden werd pas heel heftig toen het opgeschreven werd. Ik realiseerde me dat mijn verleden me veel meer gevormd heeft dan ik initieel toe wilde geven. Ik zag mijn vluchtgedrag, mensen aan het lachen te krijgen, om weg te vluchten van een zwaar onderwerp. Iets wat ik mezelf aangeleerd had als een manier van overleven, bescherming. Maar iedereen heeft zijn eigen beeld erbij als ik het over incest heb. En het boek van Arthur is nog steeds niet helemaal mijn verhaal. Want Artus schreef een roman gebaseerd op mijn verhaal, hij heeft daarmee zijn eigen draai eraan gegeven. Daardoor realiseerde ik me dat ik, als ik echt de waarheid wilde vertellen, een eigen boek moest schrijven. Dat werd mijn ‘ware verhaal’. Daarin staat veel meer in hoe kwetsbaar ik was en hoe bang ik was toen het gebeurde. Ik wilde de mechaniek van het kind laten zien. Sex is helemaal niets als je 7 bent en als een stiefvader zegt dat je iets moet doen dan heb je geen idee. Wat voor hem heel duidelijk sex was, was dat niet voor mij. Als je vraagt; wil je een ijsje, dan weet je wat het is, maar als je vraagt wil je sex, dan heb je geen idee. Als je verkracht wordt, merk je wel dat het niet fijn is. Maar de volwassene is de autoriteit en die zal wel gelijk hebben, dus je denkt dat het aan jezelf ligt. Dus het hele concept is totaal verwarrend. 

En als je tegen die volwassen dan zegt dat je het niet wilt, maar hij doet het toch, is je ´nee´ niets waard. Je raakt je natuurlijke reacties langzaam maar zeker kwijt, je vertrouwt niet meer op je intuïtie. Ik heb me dat nooit gerealiseerd totdat ik het opschreef. En door mijn verhaal op te schrijven en te vertellen, herkennen anderen zich erin. Dat kan heel steunend zijn, weten dat je niet de enige bent die zoiets heeft meegemaakt. 

Ik weet dat het een heftig boek is, maar alles wat er in staat is waar. Toen ik in het ziekenhuis lag na mijn knieoperatie voelde ik me weer hetzelfde: ik zat vast. Ik voelde me afhankelijk van de mensen om mij heen, de dokter en de zusters. Toen er in de nacht een zuster aan mijn bed stond, schrok ik enorm. Ik realiseerde me dat die pijn van vroeger er gewoon nog was. Die angst dat het weer gebeurde zat nog in mijn lijf en hoofd. Ik dacht:  ‘dit moet ik een keer van me afschrijven, want anders blijft het me de rest van mijn leven najagen´. 

Het eerste kunstwerk dat ik ooit gekocht heb, is van Ans Markus. Die prachtig geschilderde vrouwen in windsels. Het was alsof ik naar mezelf keek. Ik wist toen ook al, die wikkels moeten er een keer af, het verhaal moet eruit. Ik vond het zo mooi. 


Het gaat altijd om schuld en schaamte.  Een geheim verteert je, maakt je kapot. Je zorgt niet goed voor jezelf als je het een geheim houdt. Het uit zich dan bijvoorbeeld in ongezond gedrag, drank, drugs, te veel eten. En ook nu zijn er nog steeds 14 en 40 jarigen die daar last van hebben en er niet voor uit durven komen.  Ik wilde me niet schamen, want ik had het niet gedaan, ik had me niet verkeerd gedragen. Het was niet mijn schuld. Dat probeer ik ook met mijn boek over te brengen; het is niet jouw schuld als het je overkomt. Als een politieagent vraagt ´wat had je aan dan?´. Dat het impliceert dat als je een rokje aan had, je erom vroeg. De schuld en schaamte moet bij de dader zitten, niet bij jou. En het maakt niet uit hoe oud je bent, je moet erover praten. Dat is de enige manier om ermee te dealen. Je moet de dader kunnen aanwijzen, met je vinger kunnen aanwijzen en zeggen ´hij heeft het gedaan´. En het zijn er zoveel die het meegemaakt hebben. Ik heb honderden reacties gehad op mijn boek. 

 

Plato

Toen ik 19 was, heb ik 1 jaar Engels gestudeerd en toen kreeg ik voor het eerst van mijn leven filosofieles. Dat vond ik echt waanzinnig! De allegorie van de grot van Plato werd behandeld. Er werd verteld dat de wereld van het zien een gevangenis is. Het zien is begrensd omdat we bevooroordeeld kijken. We zien wat we denken te zien, gekleurd door het filter van overtuigingen en opgedane ervaringen uit ons verleden. Ik leerde er dat er zwart was en wit en alle schakeringen daartussen. Het leven is balans, als het zwarte omhoog gaat, gaat ook het witte omhoog, het altruïsme, het goede. Je moet van beide proberen de waarde te zien, zowel egocentrisme als altruïsme in jezelf. Ik was een tijd bezig met streven om nooit egoïstisch te zijn. Juist daardoor was ik de hele tijd met mezelf bezig. Door veel te lezen en met filosofie bezig te zijn heb ik veel inzichten opgedaan. Het heeft me heel veel gebracht. Ik kreeg ineens veel meer lucht, doordat ik de wereld om me heen en mezelf beter begreep. Je moet eerst tijd besteden om te ontdekken wie je bent en hoe je in elkaar zit voordat je kan gaan zoeken naar hoe je wilt zijn. Als je weet wat je wilt in het leven, kun je veel beter keuzes maken. Het eerste deel van je leven is leren en het tweede deel is doen waar je goed in bent. Dat moet je eerlijk en eervol doen. 

 


Geluk 

Je kan voorwaarden creëren voor geluk. Je kan bijvoorbeeld iemand heel blij maken door te geven, waar je dan zelf ook blij van wordt. Ik dacht vroeger dat als ik kon geven het goed genoeg was. Maar je moet ook kunnen ontvangen, iets aannemen van een ander. Als iemand jou wat geeft, maakt jouw geluk ook iemand anders blij. Dat heb ik ook in mijn shows moeten leren. Als het publiek applaus gaf en ik wuifde het weg, ontnam ik hen het moment van waardering geven. Nemen klink snel egocentrisch, maar dat is het dan niet. 

Geluk is geen gemoedstoestand, het zijn altijd korte momenten. Het zijn sparkles waarop je hart even ´boem´ doet. Er komen er maar een paar van langs in je leven en die moet je koesteren. Je hebt invloed op je geluk door de voorwaarden zo gunstig mogelijk te maken. Je moet open, eerlijk, liefdevol en met respect omgaan met je omgeving. En dan komt hopelijk geluk op je pad. Een van die geluksmomenten was het moment dat ik Marnix ontmoette en toen ik zwanger was van mijn eerste dochter. Boem. Mijn hart ging open, ik voelde me 1 met de kosmos. Ik denk ook dat je bepaalde dingen los moet laten, zoals veel geld verdienen. Dat maakt je ook gelukkiger. Kom uit die wachtkamer van geluk. Het in het nu zijn, daar is waar je geluk vind. 


Als mensen mij op straat groeten, dan groet ik terug. Daar word ik ook gelukkig van, ik voel me dan 1 met de mensen om mij heen. Het is heel belangrijk verbinding te blijven zoeken met de mensen om je heen. Een compliment kost je niets, maar geeft heel veel. Je toont je respect en dat is al voldoende. 

Je moet je niet laten leiden door je angst. Je denkt misschien dat je een wildvreemde op straat niet aan kan spreken om te zeggen dat ze een mooie jas aan heeft, dat het niet normaal is. Dat zit natuurlijk gewoon in jouw hoofd. Als je die angst los kan laten en het oké vindt dat soms iemand niet leuk reageert, geeft dat heel veel vrijheid. 


Toegeven en vergeven

Een van de mooiste eigenschappen die je kan hebben, is toegeven dat je een fout hebt gemaakt. Soms maak je een misstap en als je dan kan zeggen ´ja, wat stom. Sorry, ik heb een fout gemaakt, mea culpa´. Dat is veel beter dan het buiten jezelf zoeken en anderen de schuld geven. De agressie naar de buitenwereld neemt dan de bovenhand. Maar je moet jezelf wel vergeven als je een fout maakt, net zoals je een ander zou vergeven. Ik heb soms ook last van mijn ego die plots de hoek om komt. En dan kan ik heel bot zijn terwijl ik het niet meen. Maar agressie en haat slaan terug, haat verteert en je maakt jezelf kapot. Maar vergeven kan soms heel lastig zijn. Ik heb mijn stiefvader gehaat. Het enige effect wat dat had, was dat ik er mee rondliep. Hij merkte er niets van. Ik wilde hem wel wat aandoen, ik dacht ´ik vermoord hem´. Maar die gedachte was zinloos. Terwijl ik er ´s nachts wakker van lag, was hij waarschijnlijk lekker aan het slapen. 


Liefde moet sterker zijn dan haat

Ik heb een heel heftige relatie met mijn moeder gehad. Ik heb haar uiteindelijk vergeven omdat ik me realiseerde dat zij net zo goed slachtoffer van mijn stiefvader was als ik. Ze was ook bang voor hem en is door dezelfde hel gegaan. Ze heeft gefaald als ouder en dat heb ik haar kwalijk genomen. Op haar sterfbed zei ze doodziek met dikke tranen: ´het spijt me zo wat er gebeurd is, ik ben een slechte moeder geweest´. Er was niets mooiers om dan te kunnen zeggen dat ik het haar vergaf. Ik ben bij haar geweest tot het laatste moment, ik heb naast haar gezeten, muziek gedraaid en over haar hoofd geaaid. Ze was als de dood voor de dood en wilde niet gaan. Maar ik was er voor haar. Ik kon dat omdat liefde altijd sterker moet zijn dan haat. Door mijn armen te openen en haar te ontvangen, gaf mij dat heel veel rust. Ik realiseerde me dat ze verraden was door haar familie, haar eerste man en mijn stiefvader. Het leven verraadde haar en het was niet haar schuld. 

 

Mijn stiefvader verdient geen aandacht, hem helemaal vergeven is niet mogelijk voor mij. Wat hij mij al die jaren aangedaan heeft, is niet te vergeven. Maar het kind wat hij ooit was, heb ik vergeven. Hij was ook het slachtoffer van een foute familie, hij heeft het van hen geleerd. Ik heb hem heel lang niet gezien, genegeerd dat hij bestond. Maar toen ik voogd wilde worden van Gerben en een rechtszaak aanspande tegen hem moest ik hem een hand geven. Ik kon dat, maar hij niet. Het lukte hém niet om mij de hand te schudden. Ik zag hem ineens als een klein bang mannetje. Iemand die niet capabel was in vele opzichten. Gelukkig hebben wij de rechtszaak gewonnen. En het is niet altijd even makkelijk geweest, maar Gerben is nu 41, heeft een waanzinnig leuke vrouw en een dochter van vier en een baby van ruim een jaar. Het is fantastisch om hem als liefdevolle, zorgzame vader te zien. Hij heeft het gewoon geflikt en ik ben trots dat ik daarin mee geholpen heb. 


Positieve aandacht
Als ouder mag je nooit opgeven. Als jij het opgeeft is een kind verloren. Je moet er altijd voor je kind zijn, wat er ook gebeurt in het leven. Als ze vragen hebben, moet je proberen te antwoorden. Ik zei vaker tegen mijn kinderen ´ja is ja en nee is nee, er zit niets tussen´. Ik vond dat ze dat moesten leren, ik was erg gebrand erop dat je als ouder je kind ´nee´ leert en ze hun grenzen leert aangeven. Dat komt natuurlijk door mijn opvoeding dat ik daar meer mee deed dan andere ouders. 

Ik heb heel veel gehad in de opvoeding aan het boek van Margot JØrgensen ´Vechtrelaties´, dat geeft verklaringen en oplossingen over kinderen die zich tegen volwassenen afzetten. Je kind ligt in het gangpad van de supermarkt te schreeuwen dat hij snoep wil. Wat doe je? Heel veel leuke tips had ze, en het belangrijkste dat ik onthouden heb is oogcontact. Oogcontact is de meest directe manier van communiceren en je kan met 1 blik heel veel zeggen. En dan vooral door goed gedrag te belonen. Dus een kind aankijken en aandacht geven als het lief zit te spelen. Je kan ook een kind corrigeren door niet naar hem te kijken. Positieve aandacht geven werkt veel beter dan straffen. Dat geldt voor de meeste volwassenen trouwens ook. 


Ben er voor je kinderen

Je hoort nog heel vaak dat mensen, vaak zijn dat mannen, spijt hebben dat ze zoveel hebben gewerkt. En dat ze nu meer tijd met hun kleinkinderen doorbrengen dan met hun eigen kinderen. Ik snap ook dat je spijt hebt als je werkdagen maakt van 10 uur en bij thuiskomst tegen je kinderen zegt ´nu even niet, ik moet even bijkomen´. Je kan het dan proberen in te halen bij je kleinkinderen, maar dat is wel triest. Ik ben natuurlijk ook vaak in de avonden en weekenden weggeweest, maar heb altijd geprobeerd met mijn kinderen dit te bespreken. Ik heb altijd gezorgd voor quality time met ze. Elke zondag was onze dag, we gingen dan samen naar het strand of bos. 

Wat heel gaaf is, is dat mijn kinderen toen ze volwassen waren me vertelde dat ze van mij  hebben geleerd dat een vrouw gelijkwaardig is. Dat voor een vrouw het werkleven even belangrijk is als voor een man. Mijn dochters vinden het doodnormaal dat ze een carrière hebben. Het komt niet in ze op om te twijfelen of ze niet beter thuis zouden moeten blijven om huisvrouw te zijn. Ze hebben geen last gehad van mijn werk, maar het heeft wel zijn tol geëist voor mijn carrière. Ik heb veel rollen afgeslagen. Zo was ik gevraagd voor het schaap met de 5 poten, dit leek me supergaaf om te doen, maar het werd gedraaid in de zomervakantie van mijn kinderen. Dus heb ik het aanbod afgewezen. Soms was zoiets lastig, maar ik realiseerde me dat ik in eerste instantie moeder ben. Die verantwoordelijkheid is belangrijker dan welke baan dan ook. Liever een goed leven dan rijk zijn. Dat is me natuurlijk niet altijd even goed gelukt en soms had ik spijt. Zo moest ik een paar maanden na de geboorte van mijn oudste DOCHTER weer shows doen. Dan gaf ik haar nog even voor een voorstelling de borst, dan de bühne op , en dan na de voorstelling weer de borst. Vreselijk, dat was veel te druk, dat hield ik niet vol. Ik viel van mijn sokkel na de millenniumvoorstelling op de dam met 80.000 mensen. Ik ben daarna 4 maanden lang overal mee gestopt. Het kostte me heel veel geld, maar dat interesseerde me niet. Ik kon eindelijk mijn evenwicht terug gaan zoeken met mijn kleine kindjes. Van die periode heb ik echt geleerd. Je leert alleen maar lopen door te vallen en hetzelfde geldt hiervoor. Je moet soms over de grenzen heen gaan om te weten waar ze zitten. En het is goed om je te realiseren dat niemand onmisbaar is op zijn werk, ook jij niet. Je bent veel minder belangrijk dan je denkt. Iemand anders neemt je plek wel in, ook ik ben bijvoorbeeld in het programma van de schouwburg inwisselbaar voor iemand anders. Onmisbaar was ik alleen maar voor mijn man en kinderen. En niemand anders. 

 

 

Toen mijn moeder wilde gaan scheiden van mijn stiefvader was ik de weg even helemaal kwijt. Ik zat een proefwerk te maken, maar kon op geen enkel antwoord komen. Ik ben toen naar een meertje gefietst. Ik keek naar de eendjes en dacht ´ik kan er nu inspringen en dan is het klaar´. En meteen daarachter dacht ik ‘nee, dat gun ik mezelf niet en hem helemaal niet’. Ik heb toen bedacht dat ik Karin Bloemen heet en niet meer de achternaam van mijn stiefvader wilde dragen. Ik had recht op een goed leven. Ik realiseerde me dat je kan beslissen dat je recht hebt op geluk. Ik zei tegen mezelf: ´ik heb recht op geluk. Ik heb recht op een leuk leven’ Ik wist niet precies hoe ik het ging doen, maar wist wel dat ik recht had geluk na te streven. Ik heb recht op mijn eigen lijf, ik heb recht op liefde en op het maken van mijn eigen beslissingen. En dat is heel lang mijn mantra gebleven. Ik was heel lang bezig met rechtvaardigheid, ik wilde ook lang politieagent of advocaat worden. 


Werken, doorgaan…..

Tegen mijn 20 jarige zou ik hetzelfde zeggen als wat ik nog steeds tegen mezelf zeg: werken, doorgaan, fouten maken, ervan leren en dan weer opstaan en opnieuw beginnen. Heb vertrouwen in jezelf. Geloof in jezelf, je bent genoeg zoals je bent en daar moet je het mee doen. Wees lief en gul naar anderen, geef als je de mogelijkheid hebt. Lees, leer en onderzoek om jezelf te blijven ontwikkelen en vorm je eigen mening. Laat je niet te veel wijsmaken. En lees het boek van Nelson Mandela. 


Leer van Nelson Mandela

Sommige dingen leer je in het leven door ze mee te maken, maar wat mij ook heeft geholpen is levensverhalen te lezen van anderen. Door veel biografieën te lezen leer je over andere mensen. Ik was onzeker toen ik jong was. Wie was ik, wat wilde ik? Ik had geen idee. Maar door al die verhalen te lezen, leerde ik wat er mogelijk was. Ik las over Nelson Mandela en dacht: als hij zo kan leven met zoveel waarde, compassie en liefde, wie ben ik dan om dat niet te kunnen? Het gaf me een blik in een andere wereld, een wereld die ook voor mij bereikbaar was. Je toetst je aan je voorbeelden. Het eerstvolgende boek wat je leest zou een boek moeten zijn van iemand waartegen je op kijkt. Lees over het pad dat ze hebben bewandeld. Het pad met geluk en ongeluk om te komen waar ze nu zijn. Te zijn wie ze nu zijn. En leer ervan. Van de goede dingen die ze gedaan hebben, en van hun fouten. 


Ik ben nu bezig met de oprichting van een stichting, de ‘Karin Bloemen Stichting’. Deze stichting zal zich gaan bezighouden met de ondersteuning van slachtoffers van seksueel overschrijdend gedrag in al haar vormen, dmv voorlichting, juridische hulp, etc…. Door het schrijven van ‘Mijn ware verhaal’ en door de ontelbare reacties die ik daarop heb gehad, realiseer ik me eens te meer dat er nog zoveel ellende is op dit gebied en dat ik daar een rol in te vervullen heb. Elk mens dat gezien kan worden en geholpen kan worden weer de weg omhoog te vinden is er een.