Marijke Helwegen

instagramadres: marijke_helwegen_officieel

Een nog onbekende ziekte
Ik heb geen makkelijk start gehad. Toen ik jong was, deed ik toelatings examen voor de HBS, maar werd in tegenstelling tot mijn vriendinnen niet toegelaten en moest naar de Mulo.

Mijn moeder vergeleek mij altijd met kinderen die nog slimmer of mooier waren dan ik. Mijn moeder was nu eenmaal zo en kon er ook niets aan doen. Maar daardoor werd ik wel ziekelijk ambitieus, competitief en wilde koste wat het kost ook zo veel mogelijk bereiken. Door die ambitie was naar het Mulo moeten een enorme teleurstelling. Sterker nog, voor mij voelde het als jong meisje als een tragedie.

Een van mijn beste vriendinnen die naar de HBS ging, negeerde mij van de ene op de andere dag. Een enorme knauw kreeg ik daarvan, wat in combinatie met mijn opvoeding heeft geleid tot anorexia. 

Geen hulp gezocht
Ik kon er niet over praten met mijn moeder, en mijn huisarts zei dat ik gewoon erg verwend was en meer moest eten. Anorexia was toen nog best onbekend en ook ik wist niet wat het was. Nu weten we dat het een ziekte is, maar toen was het vrij onbekend.

Ik leerde de term anorexia pas toen ik in 1978 verwezen werd naar het academische ziekenhuis in Utrecht. Ik woog 40 kg en de arts wilde mij opnemen en aan het infuus leggen. Vreselijk leek me dat en ik wees de behandeling af. Ze zei tegen de psychiater: "kijkt u alstublieft maar goed naar mij, ik ga het zelf doen, ik heb u niet nodig."

Ik ben heel intelligent en over 1 jaar kom ik hier terug zonder anorexia”. Het is me uiteindelijk wel zelf gelukt, alleen helaas wat later.

Kip met de gouden eieren
Ik had dus anorexia en werkte als secretaresse bij DSM.  Ik vond het geen leuk werk want ik trilde met mijn handen (waarschijnlijk door de anorexia) en kwam altijd op de verkeerde toetsen uit en typte de gekste woorden.

Daardoor was ik een grootverbruikers van typex, er waren nog geen computers en moest ik alles zelf corrigeren. Ik heb liters gebruikt en deed uren over een brief. Op een dag las ik in de telegraaf over een vacature om voor een groot verzekeringsbedrijf acquisitie te gaan doen.

Ik wilde die baan enorm graag, en bad tot God: ´lieve heer help mij, als ik deze baan krijg dan word ik weer beter´. Bij het mariabeeld in de tuin zette ik madeliefjes en zei ook tegen haar: ´jij moet me helpen Maria, dit is iets wat ik echt wil, want ik ben erg goed en hier kan ik mijn talent in kwijt´.

Ik werd uitgenodigd voor een gesprek met 140 anderen, daar  bleven er 40 van over. Die 40 kregen als proef ieder 30 adressen die ze moesten bellen voor een gesprek. Ik bleef als enige over en bleek de beste te zijn.  

Ze dachten dat ik knettergek was of de kip met de gouden eieren. Ik werd aangenomen en bleek het de kip met de gouden eieren te zijn. Mijn zelfvertrouwen begon terug te komen. En met het terugkomen van het zelfvertrouwen kwam ook het plezier en de voldoening in het werk. Langzaam genas ik van anorexia


Geluk door afwezigheid van ziekte
Wat mensen zich moeten realiseren is dat iemand met anorexia zich nooit echt goed voelt, je voelt je zowel geestelijk als lichamelijk niet fijn. Ik zelf voelde me niet somber, daarin was ik bijzonder, maar lichamelijk was ik erg verzwakt.

Vaak zijn mensen met anorexia somber en lichamelijk zo verzwakt dat je je als een soort concentratiekamppatiënt voelt. Zo zie je er ook uit. Omdat ik mij toen zo slecht heb gevoeld, weet ik nu beter wat het is om je goed te voelen. Hoe ouder ik word, hoe gelukkiger ik ben. Mogelijk heb ik dat juist te danken aan het vroegere gebrek hieraan.

Je hebt daardoor meer waardering voor een leven zonder ziekte. 
Ik ben ook nooit ziek.  Ik tril wel, dat is geen Parkinson, maar een essentiële tremor. Je kunt ook zeggen ´ik heb zoveel energie, het spuit mijn oren uit´. En je realiseert je dat je veerkrachtiger bent dan je zelf denkt.

Ik ben er achter gekomen dat je die veerkracht, wanneer je die niet vanuit je opvoeding hebt meegekregen, zelf kunt ontwikkelen. Dat heb ik zelf gedaan. 

Je eigen leven maken
Veel mensen hebben vooroordelen over mij die gebaseerd zijn op zogenaamde feiten die helemaal niet kloppen. Ze denken dat ik een oppervlakkig iemand ben die op de Gold Card van haar man zich heeft laten verbouwen.

Vooroordelen zijn makkelijk en zorgen dat je verder niet hoeft na te denken, maar eigenlijk ben je dan dom bezig. Vooroordelen maken de wereld simpel en overzichtelijk, maar de realiteit is altijd genuanceerder. Ik heb hard gewerkt voor wat ik heb bereikt. Na mijn eerste baan waar ik goed verdiende had ik mijn eigen acquisitiebedrijf en werd in 1995 gevraagd door Schoemacher, die een privékliniek voor plastische chirurgie had, om voor hen te gaan werken in de communicatie.

Ik gaf lezingen en presentaties voor vrouwen die meer wilden weten over cosmetische chirurgie. Voornamelijk ooglidcorrecties of borstvergrotingen. Het was ontzettend boeiend en vernieuwend werk, want ik ben verbaal heel sterk en ik was er enorm goed in. Ik kreeg een zaal van 400 mensen makkelijk mee.

Ik kan erg zelfverzekerd, open en ontwapenend zijn, waardoor mensen om mij heen zich niet meer schamen om dingen erover te vragen. In die tijd deden mensen erg geheimzinnig over plastische chirurgie. Nu 30 jaar later is het gemeengoed, sterker nog: sommige jongeren laten veel meer doen dan ik ooit heb gedaan. Ik zette het onderwerp op de kaart en verdiende er erg goed mee. Een bijkomstigheid hiervan was dat ik er ook buiten de cosmetische chirurgie bekend mee werd. Dat was zeker niet mijn oorspronkelijke intentie maar opeens was Marijke Helwegen overal te zien.

Toen ik stopte met werken voor de Schoemachers in 2009 ben ik voor mezelf als BN-er doorgegaan omdat ik het nog steeds leuk vond om bijvoorbeeld tv-commercials te doen. Ook presentaties geef ik nog steeds, maar nu voor bedrijven in plaats van consumenten.

Ondanks mijn geringe opleiding ben ik aardig boven komen drijven. Het zijn alleen de dommen die mij onderschatten, niet studeren heeft mijn succes nooit in de weg gezeten.

Geen Lolo Ferrari
Ik heb wel enorm getwijfeld of ik er wel mee door wilde gaan toen alle verhalen de ronde gingen dat ik niet meer was dan een opgespoten poppetje. Ik kreeg nooit de mogelijkheid me te verdedigen.

Ik voelde me aangeschoten door alle verhalen, voelde me niet op waarde geschat en dacht bij mezelf  ´ik laat jullie een poepie ruiken´. Natuurlijk trek je je aan wat mensen van je denken, maar ik ben altijd mezelf gebleven. 

Geen drank, geen drugs
Als je je niet conformeert zoals ik aan de grote massa, dan zijn er altijd mensen die iets verzinnen vanuit hun eigen onnozelheid. Ik heb bijvoorbeeld een tremor en mensen denken door de trillingen dat ik Parkinson heb.

Of ze denken dat het komt door alcohol of witte poeder in mijn neus. Nou, de enige poeder die ik gebruik gaat OP mijn neus, niet erin. Ik eet en leef heel gezond: ik rook niet, drink niet en wandel dagelijks.

Wel heb ik een beetje ADHD en het trillen wordt erger als er veel mensen om me heen zijn en naar me kijken. Ik kom nooit woorden te kort en er is geen vraag die ik niet beantwoord.

Ik ga er altijd vol in. Ik ben een soort auto die niet van de 2e naar de 3e versnelling gaat. Ik ga meteen in de 6e versnelling in. Als mensen mij vragen over het trillen leg ik het vaak uit door de overeenkomst met stotteren te maken, dat kennen de meeste mensen wel en het werkt net zo; je kan er niets aan doen en als je er meer aandacht aan geeft wordt het erger. 

Zet het op z’n kop
Maar ja, hoe kun je een vooroordeel dat over jou bestaat omdraaien? Want ik heb gemerkt dat het met belerende taal niet werkt, dan luistert niemand naar je. Ik denk dat het alleen kan door jezelf te blijven, authentiek te zijn en je eigen talenten optimaal te benutten.

Je dus nooit conformeren aan de grote groep, iets wat ik ook nooit gedaan heb. Je moet ze bij de ballen grijpen en zelf bepalen wanneer ze om je lachen. Zo liep ik op de rode loper en werd er mij gevraagd wat ik aan had. Ze verwachtte dan dat ik een designer zou noemen, maar ik zette ze op het verkeerde been en vertelde ze dat ik mijn jurk gehuurd had en morgen terug ging brengen.

De verwarring breekt bestaande gedachtepatronen af. Mensen hadden op een gegeven moment het idee ´wat een apart en grappig mens, een soort paradijsvogel´. Een idee wat ik zelf in hun hoofd heb geplant. 

Plastic fantastic
Oke, ik overdrijf vaak, maar ben die persoon ook. Daarnaast sta ik ook bekend om humor en zelfspot. Ik heb er geen problemen mee als mensen om mij lachen, ik doe het er zelfs soms voor. Dat is ook een strategie om de vooroordelen tegen te gaan en om zelf in controle te blijven over het beeld wat anderen hebben.

Zo ben ik pas geleden tijdens een congres over plastic vervuiling in zee op het podium gereden in een plastic container om daarna over plastic te vertellen, want tja, van plastic weet ik wel wat. Het is altijd half serieus, half cabaret.

Ik breng een serieuze boodschap, iets wat ik belangrijk vind, maar dan met humor. En dan nog een schepje erbovenop als het even kan. Het mooie is dat  ik er noodgedwongen mee ben begonnen, en nu om die gekkigheid bekend sta. Ik heb er ontzettend veel lol in en het gaat vanzelf.

Misschien helpt het dat ik altijd een beetje kind ben gebleven, iets wat ik iedereen kan aanraden. Maar belangrijk is: houd altijd de regie en het heft in eigen handen. Let scherp op je grenzen en grijp in als iemand te ver gaat. Toen hier laatst een podcast werd opgenomen en ze mij wilden introduceren als ´de knettergekke Marijke´ heb ik daar een stokje voor gestoken. Ik ben apart maar absoluut niet knettergek.

Apart zijn doe je niet alleen
Samenvattend: Ik ben trots, trots op mezelf omdat ik weet waar ik vandaan ben gekomen en wat ik nu bereikt heb door naar mijn intuïtie te luisteren.

Maar ik ben ook ontzettend gelukkig dat ik Harry ben tegengekomen, hij heeft altijd veel van mij geaccepteerd, helemaal in de tijd dat ik anorexia had. Je doet het nooit alleen. Hij heeft mij altijd gestimuleerd verder te gaan en beter te worden. Wij hebben echt onze eigen weg gevonden en ons niets aangetrokken van hoe iets zou horen. Al mag Harry daar misschien de meeste credits voor krijgen.

Geen plek voor natuur
Pas toen ik me echt vrij voelde, kon ik beter kijken naar de wereld om mij heen en kregen dieren en natuur een grotere rol in mijn leven. Daar was eerst geen plaats voor.

Toen ik 17 was heb ik een keer tegen iemand gezegd dat ik niet gelukkig hoefde te worden, maar wel rijk en beroemd en een vrijstaand huis. Dat was ego. Wat ik nu belangrijk vind is vrede met mezelf, de natuur en de dieren. Natuur en dieren geven mijn leven zin. Ik word gelukkig van dieren gelukkig te maken, en ben een echte dieren- en vooral vogelvriend geworden.

Ik wordt blij van de kikkers in de vijver en de vogels in de tuin. Ik heb verdriet als ik zie hoe wij omgaan met dieren, wezens die vaak van ons afhankelijk zijn. Of wanneer ik me realiseer dat er allerlei milieudoelstellingen niet gehaald worden, maar er gewoon op de oude voet wordt doorgegaan.

Een bijdragende factor hieraan die sterk onderschat wordt is het bevolkingsoverschot. Ik ben tegen het feit dat vrouwen zomaar acht of 10 kinderen kunnen krijgen. Er moet wereldwijd meer aandacht komen voor gezinsplanning en anticonceptie.  Als het aan mij zou ligt mogen alle vrouwen na 2 kinderen gesteriliseerd worden om de bevolkingsgroei tegen te gaan. En tegelijkertijd moet er meer aandacht en geld gaan naar de natuur. We moeten in balans blijven, niet alleen voor de natuur, maar ook voor ons eigen leefomgeving en toekomstige geluk.

De afrekening
Vrede met mezelf vind ik naast de natuur ook in het geloof. Ik ben praktiserend katholiek, maar ga niet iedere week naar de kerk. Ik geloof absoluut in God en goed en kwaad. Voor mij geeft het geloof je een weg waarin je verteld wordt hoe je rechtschapen kunt leven. Ik denk dat er van hogerhand naar je gekeken wordt en dat er uiteindelijk ook een afrekening komt, geen hemel en hel, maar dat je wel afgerekend wordt als je opzettelijk slecht bent geweest.

Dat kan betekenen dat je een keer zwaar ziek wordt of dat je kind aan drugs gaat. Een soort karma. Ik ben het ook met een aantal dingen van het geloof niet eens, zoals voorbeeld de visie op homoseksualiteit. Maar het geloof geeft mij wel houvast en de bijbel is als het ware een handleiding voor mijn leven. En iedereen moet doen wat hij wil, ik zeg niet dat iedereen gelovig moet worden, maar het zou heel mooi zijn als mensen zouden streven om in ieder geval niet slecht te zijn.

En dat we een toleranter Nederland maken, zonder agressie, waar mensen elkaar in hun waarden laten en met liefde naar elkaar kijken. Ik wil het volk ontwapenen met mijn manier van zijn. Ik wil mensen leren met een glimlach op hun gezicht naar zichzelf te kijken. 

Weg zoeken in de wildernis
Het is tegenwoordig moeilijk voor jongeren om te weten wat een goed leven is, of zelfs wat het verschil tussen goed en kwaad is. Ze krijgen zoveel tegenstrijdige informatie over zich heen. Dat was vroeger veel minder.

Het leek eenvoudiger. Dat simpele beeld van wat een goed of slecht leven is, is een beetje verdwenen en mensen zwemmen. Het is daarom nu nog belangrijker dat ouders hun kinderen helpen hun weg te vinden, en het er aan tafel over hebben dat niet alles wat geschreven wordt waarheid is. Dat zaken genuanceerder zijn dan ze op eerste blik lijken. Dat te snel oordelen en vooroordelen niemand beter maakt.
.

Erkenning
Wat maakt dan wel gelukkig? Mijn moeder zei altijd dat je geld moest hebben omdat je dan kan kopen wat je wilt. Maar geluk kun je niet kopen. De uitspraak dat geld niet gelukkig maakt is cliché, maar waar. Wat bij mij gebeurde, en ik kan me voorstellen dat dit ook voor anderen geldt, is dat toen ik erkenning kreeg er ineens veel meer ruimte voor andere dingen kwam dan alleen mijn eigen leven en mijn ego.

Erkenning geeft ruimte en rust. Iedereen heeft het nodig, maar de behoefte eraan wordt onderschat en we durven er vaak niet over te spreken. Erkenning zit niet alleen in de ander maar ook in je eigen acceptatie van jezelf. En iets bereiken wat echt belangrijk voor je is en bij je past.

Blijf experimenteren
Jonge mensen zou ik hierdoor aanraden om uit te zoeken wat ze echt willen, probeer van alles, en kijk wat bij je past. Alleen door alles te proberen kan je achterkomen wat je passie is. Al is het van de ratten besnuffeld, dat maakt niet uit. Het is makkelijker vrede te hebben met iets wat je geprobeerd hebt en niet bereikt hebt dan dat je het nooit geprobeerd hebt. En er zijn maar weinig sociale normen waaraan je je zou moeten houden, het is belangrijker je eigen weg in het leven te vinden.